Van ‘u vraagt, wij draaien’ naar cyclisch kwaliteitsbeleid

Het Gomarus College kende jarenlang een ad hoc-aanpak, maar kiest de komende jaren voor het planmatig en cyclisch verbeteren van de onderwijskwaliteit. Daarin krijgt CumLaude een sleutelrol. Sieta Schuringa, onderwijskundige bij Gomarus College, legt uit hoe ze dat doen.

Actiegerichte cultuur

Het was een vast ritueel op de acht scholen van Gomarus College in Friesland, Groningen en Drenthe: bij opvallende resultaten werd die ene kwaliteitsmedewerker gevraagd eens in CumLaude te kijken. “Die verzamelde en analyseerde data rond het onderwerp, er werd overlegd en men nam maatregelen om bij te sturen”, kijkt Sieta Schuringa terug. “We zaten er dus wel bovenop, maar we misten vaak het vervolg: is het probleem opgelost? Zien we ook echt verbetering? En waardoor komt die verbetering? We wilden graag meer grip op de lange termijn.”

Staat van Gomarus

Daarom gooide de school het roer om. Ze legden een basis van een schoolplan, een werkagenda met doelen en activiteiten en de Staat van Gomarus: een rapport met de resultaten van de school. “Daarin formuleerden we drie thema’s die we nastreven: we zien elkaar, de beste lessen en de beste begeleiding. Deze thema’s maken we vervolgens concreet in specifieke locatieplannen en teamplannen. Nu trainen we een grote groep mensen om deze plannen met behulp van CumLaude uit te rollen op school.”

Van trainen naar kunnen

De groep getrainde medewerkers is divers. Van teamleiders tot kwaliteitscoördinatoren en van mentoren tot vakdocenten. Dat is belangrijk, zegt Sieta. “Onderwijskwaliteit is iets van de hele organisatie, dus we willen zoveel mogelijk verschillende mensen een rol geven in dit proces.” Wat ze gaan doen? “We beginnen met het goed inrichten van Magister. Op een uniforme manier, voor alle administratieafdelingen. Vervolgens bepaalt de afdeling Onderwijs en Kwaliteit wat we willen weten, welke data we daarvoor gebruiken en wie dat verzamelt. We richten ons in eerste instantie op data over de Inspectienormen (onderwijspositie ten opzichte van po-advies, onderbouwsnelheid, bovenbouwsucces en examencijfers) en de thema’s uit het schoolplan.”

Plannen op maat

De komende maanden vertalen scholen de ambities uit het schoolplan stap voor stap naar hun specifieke situatie. “Zo is er een locatie waar de doorstroom van het derde naar het vierde leerjaar beter is dan op andere locaties, maar de score op onderwijspositie ten opzichte van basisschooladvies juist lager”, zegt Sieta. “Met CumLaude kunnen we uitzoeken waar dit door komt. Delen we leerlingen te laag in? Zien we ergens resultaten dalen? Waar moeten we dan bijsturen? We kunnen de data nu bespreken, tot in detail leren begrijpen en van daaruit gerichte doelen en acties formuleren in school- of teamplannen voor de komende jaren. En het belangrijkste: in de gaten houden of we deze doelen ook echt behalen.”

Cyclisch verbeteren  

De aanpak kan per locatie verschillen. Net als de resultaten. “Iedere school heeft immers zijn eigen identiteit en uitdagingen”, zegt Sieta Schuringa. “Maar het belangrijkste is dat we straks precies weten welk verhaal er achter de onderwijsresultaten zit. Dat betekent niet dat alles perfect is, maar wel dat we continu weten wat er speelt en met elkaar evalueren, bijsturen en plannen maken. Op locaties zelf, maar ook samen met collega’s van andere scholen. Zo werken we met de hele organisatie aan het verbeteren van ons onderwijs en het waarmaken van onze visie en missie.”